close

Mijn dossier

Hoe kunnen we helpen? custom menu custom search NL FR arrow
Mijn dossier Mijn dossier
search
custom menu
NL FR Mijn dossier Mijn dossier
30/06/25

Correctionele rechtbank Gent gematigd bij jachtinbreuken

Geldboete met uitstel en beperkte schadevergoeding

In een vonnis van 22 april 2025 (nr. 25G000117) heeft de Correctionele Rechtbank, afdeling Gent, uitspraak gedaan in een dossier waarin twee cliënten van het kantoor strafrechtelijk werden vervolgd wegens een reeks jachtinbreuken en inbreuken op de wapenwet. De rechtbank beperkte de straf tot een geldboete, gedeeltelijk met uitstel verleend, en matigde eveneens de burgerlijke vordering ingesteld door VZW Vogelbescherming Vlaanderen.

Cliënten werden vervolgd in hun hoedanigheid van jachtrechthouder. De tenlasteleggingen betroffen onder meer schendingen van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, het Jachtbesluit van 25 april 2014, het Soortenbesluit van 15 mei 2009, de Wapenwet van 8 juni 2006, alsook de Wet van 21 december 1998 betreffende chemische stoffen. De beklaagden werden o.a. vervolgd voor het uitzetten van fazanten.

De vaststellingen werden gedaan door natuurinspecteurs, van ANB bevoegd voor de controle op de naleving van de regelgeving inzake natuur- en milieubescherming.

De rechtbank achtte, niettegenstaande het ten gronde gevoerde verweer, het gros van de ten laste gelegde inbreuken op de jacht- en natuurbeschermingswetgeving bewezen. Voor het bezit van een veerklem werd de vrijspraak verleend.

In het kader van de straftoemeting kwam de rechtbank tot een gematigd oordeel. Zij beperkte de opgelegde straf tot een geldboete, deels verleend met uitstel (voorwaardelijk). Die sanctie weerspiegelt, volgens de rechtbank, enerzijds het belang van handhaving van de regelgeving inzake natuur- en milieubescherming, maar houdt anderzijds ook rekening met de in het verweer bijgebrachte concrete omstandigheden van de zaak en de persoonlijke situatie van de beklaagden:

“Eerste beklaagde is 63 jaar oud en heeft nog een blanco strafregister. Tweede beklaagde is 65 jaar oud en heeft eveneens nog een blanco strafregister. Zij verzochten om hen de gunst van de opschorting te verlenen. Zij zouden door de beschuldigingen kampen met mentale problemen (…). Zij ondervonden al negatieve gevolgen door de krantenartikelen die over hen verschenen en hen als onethische jagers afschilderden, het feit dat eerste beklaagde zijn recht verloor om vuurwapens voorhanden te hebben en er een jachtverbod werd uitgesproken.

De hierna bepaalde geldboetes zetten beklaagden aan alle regelgeving die verband houdt met het jagen strikt na te leven. Beklaagden komen nog in aanmerking voor de gunst van het uitstel. De rechtbank zal hen deze gunst verlenen voor een gedeelte van de geldboete rekening houdend met hun blanco strafverleden”.

In het kader van de behandeling van de strafzaak ten gronde stelde VZW Vogelbescherming Vlaanderen zich burgerlijke partij. Dat doet zij als natuurbeschermingsvereniging in het gros van jachtgerelateerde strafzaken, waarbij zij niet zelden aanzienlijke schadevergoedingen vordert.

In onderhavig dossier werd een morele schadevergoeding gevorderd ten belope van 2.000 euro. Daarnaast werd een materiële schadevergoeding van 250 euro gevorderd uit hoofde van administratieve kosten en kosten van achternageloop. Deze kosten werden in het gevoerde verweer betwist en door de Rechtbank herleid naar 100 euro.

Met betrekking tot de morele schadevergoeding werd in verweer aangevoerd dat in een dossier waarin 7 ongeringde patrijzen werden aangetroffen in een volière, het Hof van Beroep te Gent een globale schadevergoeding van (slechts) 600 euro toekende, hierin administratiekosten begrepen (Gent 17 januari 2025, GE63.H2.160165/22 onuitg.).

De rechtbank oordeelde dat een bedrag van 1.000 euro een billijke vergoeding voor de morele schade vormde in dit dossier.